Operazanger Marco Bakker (82) en actrice Willeke van Ammelrooy (76) zijn al 44 jaar samen, maar saai is het nooit. Marco: “We zijn beiden haantjes, het kan er fel aan toe gaan.” Willeke: “Maar het servies vliegt hier nooit door de kamer, hoor.”

Marco en Willeke zijn verhuisd. Van het drukke Beverwijk naar het lommerrijke Margraten in Limburg. Hun nieuwe huis ligt aan een slingerweggetje net even buiten het dorp. Aan de voorkant hebben ze uitzicht op heuvels, aan de achterkant de boomgaard van de buurman. Vlak voordat het land op slot ging door de coronacrisis hebben ze versneld hun oude huis opgeruimd en dozen ingepakt. De verhuizers liepen rond met handschoenen en mondkapjes. Willeke: “Het was een hel van een verhuizing”. Daarna viel alles stil. Marco’s optredens werden afgezegd of uitgesteld, de theatervoorstelling waarin Willeke dit najaar zou spelen, een thriller van Agatha Cristie, is verzet naar volgend jaar.

Jullie hadden in ieder geval genoeg tijd om in te burgeren in Limburg.

Marco: “Inburgeren? Het was meteen dik aan tussen ons. Het is een heerlijke provincie en het dorp waar we wonen is heel aangenaam. Het meisje bij de Jumbo weet wie we zijn, er zit een goede motorzaak vlakbij en een dorp verder is er een leuke golfclub.”

Willeke: “Marco kun je overal neerzetten, die voelt zich meteen thuis. Ik heb moeten wennen. Het is toch een eind van Amsterdam waar mijn zus en mijn dochter met haar zoon wonen. Ik had ook wel naar Friesland gewild. Een boerderij is altijd een droom van me geweest. We zijn daar ook gaan kijken.”

Hoe gaat zo’n huizenkeuze dan, doen jullie kop of munt?

Willeke: “De boerderijen die wij konden betalen waren of gedeeld of half ingestort. Dat eerste wilde ik niet, dat tweede leek me ook niks want Marco is geen klusser. Waarom dan dit huis? Tja, leuk, betaalbaar en tweehonderd kilometer dichter bij ons huis in Frankrijk. Weet je, als je eenmaal weg wil uit de Randstad maakt het niet uit waar je naartoe gaat. Alles lijkt ver, maar als je een paar keer heen-en-weer rijdt, weet je niet beter. Het scheelt dat we van autorijden houden. Ik heb al een stapel luisterboeken verslonden. Als ik heen-en-weer naar Amsterdam rijd, beluister ik een heel boek.”

Marco: “Een huis kopen wilden we niet meer op onze leeftijd, dus zijn we gaan huren. Deze kwam voorbij in het aanbod huurhuizen, we zijn gaan kijken, en toen was het vrijwel meteen besloten.”

Voelt dat als een stap terugdoen?

Marco: “Naar een kleiner huurhuis? We zijn maar met z’n tweeën hè?”

Is dat dan slikken? Jullie hebben ook in heel grote huizen gewoond. 

Marco: “Daar hangt ook een groot prijskaartje aan. We moeten er gewoon voor werken, we hebben geen tonnen op de bank staan. En dat is ook gewoon wat het is. Het is niet erg om te werken, helemaal als je er veel plezier aan beleeft. Het gaat niet alleen maar om het geld.”

Willeke: “Nou, voor mij wel, hoor. Toen ik jong was, dacht ik daar helemaal niet over na. Ik wilde gewoon spelen. Maar nu denk ik: kom maar op. Ik wil alles doen, maar er wel goed voor betaald krijgen.”

44 jaar geleden liepen Marco en Willeke elkaar tegen het lijf op een feestje. Marco lag op dat moment midden in een scheiding, Willeke was alleen nadat haar ex-man zelfmoord had gepleegd. Die avond waren ze beiden met enige tegenzin door een kennis meegenomen en zoals dat vaak gaat: het werd een heel leuke avond. Willeke: “Het klikte meteen. Misschien wel omdat we beiden uitstraalden dat we er eigenlijk niet wilden zijn. Het was een muziekfeestje en ik was uitgenodigd omdat ik ooit een plaatje had gemaakt. Marco vroeg ernaar en ik had zoiets van: laten we het daar vooral niet over hebben. Ik vond hem een interessante, markante man. En ontzettend lief en attent. Mijn moeder was van de opera, toen zij, en dit was weken later, een keer onverwacht voor de deur stond en De Marco op mijn bank zag zitten viel ze bijna flauw.”

Marco: “Toen ik Willeke zag was ik overrompeld. Ik zag een vrouw die stevig in haar schoenen stond, uitstraalde: wie doet me wat en tegelijk iets zachts en kwetsbaars had. Ik vond haar intrigerend. Dat ik met haar kon lachen maakte het extra leuk.”

Al snel trok Marco bij Willeke en haar dochter Denise in. En een paar jaar later kwam zijn zoon Richard, die met zijn moeder in Amerika woonde, ook bij hen wonen. A happy family. Totdat het noodlot toesloeg. In oktober 1997 was Marco betrokken bij een dodelijk ongeluk. De 38jarige Arja Mesker, moeder van twee jonge kinderen, overleed nadat hij haar had aangereden bij stadion Arena in Amsterdam. Dat betekende een scheidslijn in hun leven. Een leven voor en na. Het ongeluk kostte hem zijn carrière: hij kon bijna geen werk meer krijgen.

Jouw biografie komt in het najaar uit, je hebt het jaren tegengehouden, waarom stemde je er nu mee in?

Marco: “Het is mij al vaker gevraagd een boek over mijn leven te schrijven, ook al voor het ongeluk in de arena. Alleen had ik die behoefte gewoon niet. Waarom? Het leidt af van wat ik doe, zingen. Daar gaat het voor mij om. Dat ik nu wel ja heb gezegd is omdat ik ben overgehaald door collega’s die zeiden dat het nu echt tijd is mijn verhaal op te schrijven. Ik heb veel kennis over het vak, het wordt tijd die door te geven. Het is gewoon een must voor jonge zangers om te zien welke valkuilen er zijn en wat voor hoogte- en dieptepunten kunnen voorkomen.”

Heb je het daarin ook over het ongeluk?

“Ja, dat komt ook aan de orde, dat kan ook niet anders. Het is nu eenmaal gebeurd. Ik loop er niet voor weg, het heeft mij gevormd. Het hoort bij mijn leven, bij ons leven. Er gebeurde in die tijd zoveel en Willeke is altijd achter me blijven staan, dat is een heel erg fijn gevoel. Het heeft onze relatie verstevigd. Je ziet pas echt wat je aan je partner hebt in tijden van tegenspoed.”

Willeke, na een stilte: “Ik denk dat de documentaires die mijn dochter Denise over ons heeft gemaakt daar ook een belangrijke rol in hebben gespeeld. Als je zoiets meemaakt, kun je moeilijk uitzoomen, wij zaten ín die situatie, moesten er samen doorheen. Mijn dochter had die helicopterview wel. Natuurlijk zag ik het verdriet van Marco, om wat er was gebeurd, om het kapot gemaakt worden in de pers, om weer moeilijk aan het werk te komen, maar door die documentaire ben ik hem pas echt goed gaan begrijpen. En waarom hij het zo erg vindt dat hij na het ongeluk niet meer werd gevraagd voor de Matthäus-Passion. Het is de mooiste partij die je kunt zingen, daar leeft je voor als operazanger en nu stond hij aan de zijlijn. Het boorde een soort diepere laag aan die ik niet eerder bij hem had gevoeld. Ik denk dat die documentaire voor hem ook goed is geweest. Om aan iedereen te laten zien wat dat betekent voor iemand als zoiets gebeurt.”

Marco: “Denise heeft mij heel open neergezet. Dat kon omdat ze mijn stiefdochter is, want ik weet niet of ik zo open was geweest tegenover iemand die ik niet ken. Ik heb daardoor een andere kant van mezelf kunnen laten zien. In de jaren negentig heb ik in een film van Theo en Thea gespeeld. Ik werd in die tijd vooral gezien als die arrogante klootzak die alleen maar met mooie vrouwen op televisie operette aan het zingen was. Terwijl ik altijd veel meer opera deed. Met die Theo en Thea-film boorde ik een heel nieuw publiek aan. Ineens omarmde de grachtengordel mij en was ik niet langer die operetteprins, een geuzennaam die Henk van der Meijden mij ooit gaf. Die documentaire heeft een beetje datzelfde effect. Het laat zien wie ik óók ben.”

Denise heeft ook een documentaire over Willeke gemaakt, heb jij ook meer begrip voor haar gekregen?

Marco: “De band tussen Willeke en Denise komt mooi naar voren, zonder dat het heel zoetsappig wordt. Dat vond ik ontroerend om te zien. Ik snapte nog beter hoe Willeke is als moeder. Denise was dertien toen ik in haar leven kwam. Ze was gewend samen met haar moeder te zijn en ineens zat ik aan de keukentafel. Mijn zoon Richard heeft ook nog een tijdje bij ons gewoond, dus haar leven werd nogal overhoopgehaald. De documentaire heeft moeder en dochter dichter bij elkaar gebracht.”

Willeke: “Het is heel intiem zoiets samen te maken, helemaal op de manier hoe Denise het doet. Ze ontziet je niet, ze wil alle kanten laten zien, ook de minder fraaie. Ze zegt in de documentaire bijvoorbeeld dat ik thuis weinig emotie laat zien. Ik dacht toen: hè, wat denkt ze raar over mij. Maar ik ga er dan wel over nadenken. Het heeft uiteindelijk voor meer begrip tussen ons gezorgd.”

Jullie zitten beiden ruim vijftig jaar in het vak, sta je nog met hetzelfde gevoel op het podium als die eerste dag?

Marco: “Ik denk dat ik voor ons beiden spreek als ik zeg dat het plezier onverminderd is, maar we het op een andere manier beleven omdat er meer verdieping is. Toen ik jong was wilde ik vooral veel geld verdienen. Ik realiseer me pas de laatste jaren wat voor fijn gevoel het eigenlijk is als mensen blij en ontroerd naar huis gaan.”

Willeke: “Dat is het mooie als je op een podium staat, het directe contact met het publiek.”

Marco: “Maar jouw liefde ligt meer bij film.”

Willeke: “Mijn oma nam mij vroeger elke week mee naar de bioscoop. Dat was heel intiem, wij samen in die zaal, dicht tegen elkaar aan. Als klein meisje wilde ik ook in de film spelen. Ik kom uit een arbeidersgezin, die hele creatieve wereld stond ver van ons af. Mijn moeder had een keer gezegd dat Bette Davis niet mooi was, maar goed. Ik dacht: ik ben niet mooi, maar ik kan wel goed zijn. Dat is ook wat je nodig hebt als je dit werk een heel leven lang wil doen: zorgen dat je goed bent. Daar zijn Marco en ik heel precies in. Doe je huiswerk, ken je tekst, weet waar je mee bezig bent. En we hebben ook het geluk dat we nog kunnen werken. Niet alleen wat betreft onze gezondheid, maar ook dat er werk voor ons is. Marco heeft al boekingen staan voor volgend jaar, ik ga in twee films spelen en een theatervoorstelling doen.”

Hebben jullie de luxe dat je alleen maar de leuke dingen kunt doen?

Marco: “Met de dingen die we nu doen kunnen we leven zoals we nu leven. En voor die paar jaar dat we nog kunnen werken, is dat meer dan oké.”

Is dat beangstigd, het idee dat je nog maar een paar jaar kunt werken?

Marco: “Misschien gek, maar zo denk ik helemaal niet. Ik heb het geluk dat mijn stem niet is veranderd nu ik ouder ben. Dus zo lang het goed gaat, kan ik gewoon blijven zingen. En fit blijven helpt ook. Willeke en ik sporten veel, zwemmen, wandelen, golfen, fietsen; we wonen in hét fietsgebied van Limburg. Al hebben wij wel een elektrische fiets.”

Willeke: “De angst niet meer te kunnen werken heb ik niet. Ik heb nog steeds zoiets van: als ik mijn best doe, kan alles.”

Is dat niet je kop in het zand steken?

Marco: “Volgend jaar ga ik een aantal voorstellingen in België doen met het filharmonisch orkest. Ik denk niet: kan ik dat dan nog wel, maar: leuk, gaan we doen. Ik heb altijd een positieve inslag gehad. Als jongetje heb ik de oorlog meegemaakt, Willeke is geboren in het laatste oorlogsjaar. Onze ouders zijn bang geweest, moesten in de rij staan voor voedsel, er zit een bepaalde overlevingsdrang in ons. Daarom zijn we misschien niet somber over de toekomst. Je kunt er bang voor zijn, of het met open armen tegemoet treden. Mijn moeder kwam heel angstig uit de oorlog, die was bang voor alles. Dat heeft mij gevormd, ik was heel angstig als kind. Mijn moeder was ooit door een paard getrapt en daardoor bang voor paarden, waardoor ik dat ook was. Zodra ik geld had, ging ik paardrijles nemen. Zo ben ik al mijn angsten aangegaan. Om van mijn hoogtevrees af te komen ben ik door de bergen in Schotland gaan wandelen. Ik vond het verkeer eng, dus ben ik gaan autoracen.”

Willeke: “Ik vond het vreselijk, dat gerace. Ik stond met mijn wodkaatje op die toren langs de baan mijn angsten weg te drinken, haha. Jan Lammers kwam dan bij me staan: ‘Willeke, ze rijden allemaal één kant op, wat kan er in godsnaam fout gaan?’”

Marco: “Ik weet wat ik kan, ik ben voorzichtig. Dat racen met auto’s was afreageren. Na drie, vier uur lang opera zingen voluit op de baan losgaan. Dat had ik nodig.”

Je racet niet meer, maar rijdt wel op je motor, ben je niet bang een ongeluk te krijgen?

Marco: “Motorrijden brengt een risico met zich mee, maar ik ben niet bang een schuiver te maken. Ik was een angstig kind dat als volwassene zelfvertrouwen kreeg. Juist omdat ik mijn angsten ben aangegaan. En dat deed ik met een bepaalde voorzichtigheid, waardoor ik precies wist wat ik wel en niet kon. Vroeger hadden we een zeilboot en gingen via Den Helder de Noordzee op om naar Saint Malo in Bretagne te zeilen. Zonder enige ervaring. We hadden de Reeds Almanak bij ons, waar de stromingen in staan en verder dachten we er niet al te veel over na.”

Willeke: “Dat doen we nu niet meer. We zijn ook gestopt met zeilen omdat we de boot moesten aanpassen en vernieuwen omdat we het niet meer aankonden met z’n tweeën.”

Marco: “We hebben de boot verkocht omdat de kinderen niet meer mee wilden.”

Willeke: “En omdat we het niet meer aankonden.”

Zitten jullie wel vaker kibbelend aan de keukentafel?

Marco: “We zijn beiden haantjes, het kan er fel aan toe gaan.”

Willeke: “Maar het servies vliegt hier nooit door de kamer, hoor.”

Marco: “We houden veel van elkaar, hebben het fijn samen en soms zijn er dingen die ik wil en zij niet of andersom. En ja, dan botst het. En dat is prima, een beetje reuring kan geen kwaad. We buigen toch wel weer naar elkaar toe.”
Willeke: “Je moet jezelf kunnen blijven in je relatie. We hebben allebei een eigen carrière en een eigen leven. Soms zit ik weken in mijn eentje in ons huis in Frankrijk omdat Marco hier moet werken. Dan heb ik geen zin om te wachten en ga ik alvast. Wat we wel door de jaren heen hebben geleerd is dat het leuk is je eigen gang te gaan, maar dat het ook leuk is op een fijne manier samen oud te worden. Je kunt wel denken ik doe lekker dit en jij lekker dat, maar soms moet je minder egoïstisch zijn. Marco golft en dat leek mij niks. Toch ben ik een keer meegegaan om te kijken of het echt zo erg was. Dat bleek dus mee te vallen en nu golfen we samen. We zijn de laatste jaren meer naar elkaar toe gegroeid. Marco zegt altijd: ‘De tijd die ons rest, moet goed zijn’ en dat zijn we nu eigenlijk aan het doen: een goed leven samen hebben.”

Dan miauwt de poes. Een zwerfpoes die ze van de golfbaan in Frankrijk hebben meegenomen. Ze reist met Marco en Willeke heen-en-weer tussen Margraten en midden-Frankrijk.

Willeke: “We hebben alles wel zo’n beetje verteld toch? Dan geef ik haar wat eten.”

Marco: “Pak dan meteen even een zak kersen.” Dan tegen mij: “Je houdt toch wel van kersen? Ze komen uit de boomgaard van de buurman. Heb je iets lekkers voor onderweg.”

 

INTERVIEW: Saskia Smith FOTOGRAFIE: Marijn Scheeres